Onze highlights
- De reis naar de VS
- Silver Lake Trail
- Homestead krater
- Lake Blanche Trail
- Downtown Salt Lake City
- Antelope Island
- Ensign Peak
In luxe naar Amerika
Eindelijk! 2022 is het jaar dat we corona langzaam maar zeker achter ons laten. Onze reisplannen kunnen uit de ijskast gehaald worden en eindelijk kunnen we weer dingen van onze bucketlist afstrepen! 21 september 2022 is de dag dat we samen aan onze tweede roadtrip door Noord-Amerika beginnen. In 2019 maakten we een rondje door het oosten van Canada en nu gaan we door het zuidwesten van Amerika reizen. We beginnen de trip in het rustige Salt Lake City, Utah en eindigen in het hysterische Las Vegas in Nevada.
De reis begint op Schiphol waar we snel onze koffers hebben afgeleverd en door de security zijn. Omdat Schiphol al een tijd slecht in het nieuws is, hebben we op een eerder moment een Privium proefabonnement genomen zodat we geen last hebben van mogelijke drukte. Bijkomend voordeel is dat we gebruik kunnen maken van de Privium Lounge waar, onder het genot van lekkere broodjes en heerlijke koffie, de voorpret al kan beginnen.


De voorpret gaat nog even door in het vliegtuig, want we hebben onszelf getrakteerd op een businessclass upgrade. We vliegen met een Airbus van Delta en de businessclass maakt alle verwachtingen waar. Je kunt je zitplek zelfs helemaal afsluiten waardoor je de gehele vlucht in je eigen coconnetje door kunt brengen. Na het eten maken we van onze stoel een bed, doen we een klein dutje en voor we het weten zijn we gearriveerd in Amerika!

Salt Lake City International Airport is recent gerenoveerd en is lekker overzichtelijk. De koffers arriveren snel en we zetten koers richting de douane. Dat lijkt ook allemaal lekker vlot te gaan; de vlucht zit vooral vol met Amerikanen en de rij met International Visitors is kort. Helaas is er maar één loket open en besluiten de ambtenaren dat er eerst een peloton aan Amerikanen mag passeren voordat er weer een keer een Visitor geholpen wordt. Het is even wachten, maar dan mogen we onze vingerafdrukken komen zetten en de gebruikelijke vragen beantwoorden. Daarna lopen we door naar de parkeergarage om onze huurauto voor de komende drie weken op te halen.
Ongeluk in de garage
In de parkeergarage is het niet druk en we worden snel geholpen. Net als een medewerker vertrekt om onze auto op te halen, horen we achter ons ineens een enorme klap. Langs het looppad in de garage, staan enorme gele palen van zo’n anderhalve meter hoog. Zelfs Stevie Wonder kan deze palen op een slechte dag nog zien, maar een of andere Amerikaan blijkt in staat om er met een enorme Jeep frontaal tegenaan te rijden. De medewerker kijkt alsof ze water ziet branden en barst al snel in lachen uit aangezien deze klant specifiek gevraagd had om een grotere auto. Daar heeft-ie welgeteld een seconde of dertig plezier van gehad, want door dit ongeluk sneuvelde de voorbumper. Laten we hopen dat deze beste man voor het vervolg van zijn trip een Toyota Aygo meekrijgt.
Wij worden voorzien van een typisch Amerikaanse auto: een Buick. Hartstikke leuk, want die zie je in Europa weinig rondrijden. De auto is van vrijwel alle moderne snufjes voorzien; het enige dat we missen is een dodehoekverklikker, maar daar komen we ook wel overheen. We hebben van tevoren de kaart van de omgeving al gedownload op onze telefoon, zodat we ook offline via Maps kunnen navigeren. Salt Lake City is geen enorme stad: er wonen zo’n 200.000 mensen, wat niet eens heel veel meer is dan in ons eigen Amersfoort.

Het is dan ook een kort ritje door de binnenstad. We vangen een glimp op van het centrum, waar we een korte borrel doen met Cérise’s beste vriend (die toevallig in Salt Lake City is tijdens een stop als steward) om vervolgens door te rijden richting de oostkant van de stad. We passeren daar het Rice-Eccles Stadium, onderdeel van de campus van the University of Utah. In dit stadion werden in 2002 ook de openings- en sluitingsceremonie van de Olympische Spelen gehouden. Tegenwoordig is het de thuishaven van de Utah Utes, het plaatselijke college football team. Helaas spelen zij in de komende dagen geen wedstrijd, anders hadden we er graag eentje meegepakt.
Recht tegenover het stadion is de Mount-Oliver begraafplaats. Geen idee of de doden hier daadwerkelijk rust kunnen vinden als het Rice-Eccles stadion gevuld is met 51.000 juichende studenten, maar dat terzijde. We wrijven even in onze ogen als we op de begraafplaats een stel herten denken te zien. Misschien zijn we toch vermoeider van de vlucht dan we denken en beginnen we dingen te zien, maar het blijkt toch echt zo te zijn. Dat is dan wel weer vredig.
Na een ritje van een kwartier komen we aan bij Home2Suites: het hotel waar we de komende vijf nachten verblijven. Vanuit onze kamer hebben we uitzicht op het dak van de Walmart en de bergen die de stad omringen. Hoewel het Walmartdak niet meteen het meest inspirerende uitzicht is, is de nabijheid van de Walmart natuurlijk wel top. We doen meteen boodschappen voor de komende dagen en zijn vooral blij met de koelbox die ons de komende drie weken gaat voorzien van lekker koud drinken.



Silver Lake & zwemmen in een krater
Op onze eerste volledige dag zijn we door de jetlag redelijk vroeg wakker. Helemaal geen straf, dat geeft ons mooi de kans om alles uit de dag te halen. We besluiten om de Wasatch Mountains in te duiken. Naar welke windhoek je ook gaat, binnen no-time zit je vanuit Salt Lake in de bergen en vanuit de oostkant van de stad zijn de Wasatch Mountains het meest dichtbij.
We rijden de bergen in en genieten al snel van al het groen om ons heen. We willen de dag met een korte wandeling beginnen en doen dat rond Silver Lake. Om dit kleine meer loopt een wandeling van een ruime kilometer die voor de helft over houten vlonders loopt. Al snel worden we begroet door een groepje herten en Cérise is – als beginnend vogelaar – heel blij dat ze een specht spot. Halverwege de tocht schrikken we op van geluid in het water. Er blijkt een behoorlijke bever bezig te zijn met het bouwen van zijn dam en we kunnen minutenlang aanschouwen hoe hij onder water duikt om wat takjes op te duiken. Voor ons beiden de eerste keer dat we een bever in het wild zien!






De wandeling was een tussenstop naar het eigenlijke doel van vandaag: Homestead Resort. Hier worden allerlei activiteiten georganiseerd en kun je overnachten, maar wij zijn er met een ander doel: zwemmen in een krater. Via de prachtige Guardsmann Pass rijden we van Silver Lake in ongeveer anderhalf uur naar het plaatsje Midway, waar het Homestead Resort gevestigd is. Aangezien onze reis aan het eind van september begint, zien we onderweg al de eerste herfstkleuren ontstaan. We stoppen regelmatig om wat foto’s te maken en merken dat we op een behoorlijke hoogte zitten: bijna drie kilometer. We merken beiden dat we wat licht in het hoofd worden, maar het hindert ons verder gelukkig niet.


Eenmaal gearriveerd op het resort moeten we nog even wachten tot we de krater kunnen betreden. De krater is een vulkaanvormige kalksteenafzetting en zit verstopt onder een zestien meter hoge bijenkorfvormige open koepel. Het water in de krater schommelt constant tussen de 32 en 35 graden Celsius. Aan de bovenkant van de koepel komen zonlicht en frisse lucht naar binnen, wat een duik in de krater tot een heel unieke ervaring maakt. Duiken kun je hier ook letterlijk doen: de Homestead Crater is de enige plek op het vasteland van de Verenigde Staten waar je je duikbrevet kunt halen. Het is hier zo’n twintig meter diep.



Wij hebben geen interesse in een duikbrevet en trekken een zwemvest aan om even lekker te dobberen in deze unieke omgeving. Bezoekers mogen zo’n driekwartier in het water blijven en dat is precies lang genoeg. We raken aan de praat met wat locals die graag nog eens Nederland willen bezoeken. We delen nog wat tips met hen en zij vertellen ons wat meer over de omgeving. Na drie kwartier verlaten we de warmwaterbron weer. We lunchen op het resort en lopen er nog een rondje voordat we verder rijden naar Park City. Hier bezoeken we een outlet die is opgezet als een soort bergdorpje. Vanaf hier heb je uitzicht op een aantal Olympische pistes waar in 2002 de Olympische skiërs op jacht gingen naar eremetaal. We besluiten onze eerste volle dag bij Olive Garden, waar de chicken alfredo ongeëvenaard is.



850 hoogtemeters in de benen
Op de tweede volle dag gaan we de uitdaging met onszelf aan: we gaan een zware hike doen. Ons oog is tijdens de voorbereiding van de reis gevallen op de Lake Blanche Trail in Big Cottonwood Canyon. Deze trail ontvangt de ene na de andere lovende reactie op AllTrails en wij zijn zeer benieuwd. Allereerst of de wandeling echt zo mooi is zoals gezegd en daarnaast vooral hoe we dit gaan ervaren.
Tijdens deze wandeling van in totaal dik tien kilometer moeten er namelijk ruim 850 hoogtemeters overbrugd worden. Daar kom je in het vlakke Nederland bij wijze van spreken in een heel jaar nog niet aan. Het zijn niet alleen de hoogtemeters, ook het feit dat de wandeling ons naar wederom bijna drie kilometer hoogte gaat brengen kan best eens een uitdaging worden. Omdat we op de eerste dag al merkten dat Salt Lake City behoorlijk op hoogte ligt, checken we van tevoren symptomen van hoogteziekte en spreken af geen risico te nemen als er bij een van de twee symptomen optreden.
We beginnen vroeg, rond zonsopgang staat de auto op de (kleine) parkeerplaats. Een laatste (zenuw?)plasje en daar gaan we. Een bord waarschuwt ons dat we in poema- en berenterritorium wandelen. Toch nog maar een extra zenuwplasje dan…

Het eerste stukje gaat een paar honderd meter lang over een asfaltweg richting de voet van de berg. Het zijn de eerste en meteen de laatste vlakke en geasfalteerde meters van vandaag. Aan de voet van de berg gaat de trail omhoog om pas aan het eind te stoppen.
Twee derde van de wandeling gaat eigenlijk boven verwachting goed. We stoppen af en toe om op adem te komen, maar zeker ook om van de verschillende uitzichten te genieten. De zonsopkomst is achter ons in volle gang en weerkaatst schitterend op de omringende bergen. Op sommige plekken kunnen we tussen de bergen door een blik werpen op Salt Lake City en voor ons zien we verschillende enorme bergtoppen. Afzien en genieten kan dus wel degelijk tegelijkertijd!



Het laatste deel van de wandeling was het steilst. Een groot deel hiervan liepen we ook tussen bomen en veel andere begroeiing waardoor de uitzichten ons ontnomen werden. Niet het meest inspirerende stukje, maar we bikkelden ons door naar de top. Na in totaal drie uur wandelen, bereikten we het eind en werden we getrakteerd op een prachtig uitzicht. Het meertje verscholen tussen verschillende bergtoppen was een fantastische plek en we waren het snel met elkaar eens dat de inspanning het helemaal waard was. De temperatuur was ondertussen aardig opgelopen, dus kwam ons zelfgemaakte lunchpakketje tevoorschijn.



We kwamen rustig op adem, verkenden de top en keerden daarna weer terug. Dat deden we langere tijd rustig aan, totdat een medewandelaar op zijn weg naar de top ons waarschuwde dat er een paar honderd meter bergafwaarts een eland langs het pad liep. Dat wilden we graag zien, maar de eland was helaas al vertrokken.
Ook de beren en poema’s lieten zich (gelukkig) niet zijn waardoor we uiteindelijk na vijf uur veilig en wel terugkeerden bij de auto. De rest van de dag hebben we gebruikt om uit te rusten en bij te komen.


Downtown Salt Lake City
Na een goede nacht viel de spierpijn na de wandeling best mee. Een rustig dagje was alsnog welkom en we hadden nog weinig van downtown Salt Lake City gezien, maar daar zou vandaag verandering in komen.
Salt Lake City is opgericht door mormoonse pioniers. De mormoonse invloeden zijn nog op veel plekken terug te vinden in de stad. Temple Square is daar het meest treffende voorbeeld van. Hier is De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen gevestigd en het plein is de grootste toeristische trekpleister van de stad. Tijdens ons bezoek werd Temple Square echter gerenoveerd waardoor we het niet konden bezoeken.
Een andere bekende bestemming in de stad is de FamilySearch Library. Dit is een genealogisch onderzoekscentrum waar tientallen jaren aan familiegeschiedenis van over de hele wereld bewaard zijn gebleven. In de bibliotheek lopen vrijwilligers rond die je helpen met het zoeken naar je eigen familiegeschiedenis. Alle data is ondertussen gedigitaliseerd waardoor je dit ook prima vanuit huis kunt doen, maar de vriendelijke begeleiders kunnen je net wat meer vertellen over de historie van het instituut en helpen je graag op weg. Door de almaar veranderende privacyregels is het terugvinden van gegevens steeds moeilijker geworden en wij konden dan ook niet enorm veel vinden, al was het wel leuk dat we een huwelijksakte van de ouders van Cérise’s opa konden vinden.


Na het bezoekje aan FamilySearch liepen we door naar het Utah State Capitol, al sinds 1916 de thuisbasis van de deelstaatregering. Zeven dagen per week kunnen bezoekers hier naar binnen lopen om meer te leren over het ontstaan van Utah. Ook kun je een blik werpen op het Supreme Court en het House of Representatives. Het gebouw wordt in films en series regelmatig gebruikt als substituut voor het Witte Huis en bij de aanblik van het State Capitol kun je dat snel begrijpen.



Sowieso is Utah een veelgebruikte filmlocatie. De bekende nationale parken en hun omgeving in het zuiden van de staat zijn populaire filmlocaties gebleken voor veel blockbusters, maar ook Salt Lake City en omgeving hebben de nodige Hollywoodsterren over de vloer gehad. Independence Day, Dumb and Dumberer en de recente hitserie Yellowstone zijn (deels) opgenomen in de omgeving.
Na een lesje geschiedenis dompelden we ons onder in de grote City Creek Mall. De hele dag door zagen we al mensen in de meest gekke pakjes rondlopen. Even dachten we dat carnaval ook aan de andere kant van de Atlantische Oceaan was neergestreken, maar er bleek een Pop Culture & Comic Convention aan de gang te zijn. Ook in de City Creek Mall vlogen de Bat- en Spidermans om de oren, wat het rondlopen tot een wat rare gewaarwording maakte. Heel veel boeiende winkels waren er niet, maar gelukkig was er wel een Cheesecake Factory. Hier stelt het eten nooit teleur, om nog maar te zwijgen over vele cheesecakes.





Het viel ons op dat Salt Lake City een behoorlijk schone stad is. Je ziet er, in tegenstelling tot andere steden, ook weinig zwervers. De mensen zijn vriendelijk en de stad is enorm overzichtelijk. Downtown is er niet enorm veel te doen, maar de directe omgeving zit vol met uitstapjes die de moeite waard zijn.
Naar bizons speuren op Antelope Island
Eén van die leuke uitstapjes in de omgeving van Salt Lake is Antelope Island, een uurtje buiten de stad. Op dit schiereiland leven groepen bizons in vrijheid en zijn er talloze vogelsoorten te zien. Je betaalt een kleine toegangsprijs en kunt daarna met je auto over het eiland rijden. Het is een vrij kaal eiland waar je ver van je af kunt kijken. Het spotten van de bizons was dan ook geen bijzondere prestatie. We zagen er tientallen verspreid over de hele dag, zelfs vlakbij de weg. Zeker van zo dichtbij zijn deze oerdieren heel erg imposant om te zien.



Het eiland staat niet bol van vele activiteiten, maar het toeren op het eiland is al vermaak genoeg. Het zoeken naar de dieren verveelt niet en er is een leuk visitor centre met een mooi uitzicht over de omgeving. Ook vind je er één van de oudste nog in bedrijf zijnde ranches van het westen: de Fielding Garr Ranch. Deze ranch bestaat al sinds 1848 en gelukkig is er het nodige bewaard gebleven sinds de oprichting van de ranch. Een schuur op het terrein is ingericht als mini-museum waar allerlei ouderwetse gereedschappen tentoongesteld zijn die vroeger gebruikt werden om het land op de ranch te bewerken.






Minstens zo interessant, zeker voor Cérise, was een groepje vogelaars die een soort van excursie leken te volgen op de ranch. Het is één van de weinige plekken op het eiland waar wel wat bomen te vinden zijn en veel soorten vogels verzamelen zich rondom de ranch. Als beginnend vogelaar zag Cérise haar kans schoon om wat lokale vogels te spotten en ze sloot zich dan ook schaamteloos aan bij het groepje fanatieke vogelaars. Niet zonder succes, want er werden verschillende soorten vogels gespot!



Het eiland biedt ook één van de beste uitzichten op the Great Salt Lake. Aan de omgeving is goed te zien tot aan waar het water in het verleden kwam en hoever het in de afgelopen tientallen jaren is teruggetrokken door de opwarming van de aarde. Het meer was vroeger significant groter en dieper, maar verliest dus steeds meer terrein.

Pieken op Ensign Peak
Aan een dagdeel hadden we genoeg om Antelope Island te bezoeken. Op de terugweg naar Salt Lake City wilden we richting het noorden van de stad. Hier ligt de korte Ensign Peak trail die leidt naar een uitzichtpunt over de stad. Hoewel de afstand van de wandeling maar 700 meter is, moet er in die korte afstand wel ruim honderd meter aan hoogteverschil overbrugd worden. Een echt kuitenbijtertje dus en dat merkten we.



Het was een heldere dag en mede daardoor was het uitzicht op de top waanzinnig. Rechts van ons zien we vliegtuigen arriveren en vertrekken van Salt Lake Airport en recht voor ons uit kijken we over de stad heen en zien we bergtoppen die tientallen kilometers verderop liggen. We laten het uitzicht rustig op ons inwerken voordat we aan de terugtocht beginnen. Vlak voordat we bij de auto zijn, zien we vlak voor ons een slang de struiken in glijden. We waren even vergeten dat Salt Lake City en omgeving ook het huis is van de nodige (giftige) slangen. De kans dat we deze dieren meer gaan tegenkomen wordt alleen maar groter, want morgen start de roadtrip echt en gaan we richting het rotsige zuiden van Utah. Op naar Moab!

