Beren, meren en muggen: een bezoek aan Algonquin Park

Onze highlights

De tocht naar Algonquin Park

De afgelopen dagen hebben we ons ondergedompeld in de drukte en de hectiek van Toronto. Hoe indrukwekkend deze stad ook is, na een aantal dagen is het fijn om de drukke stad te verlaten en de rust op te zoeken. Dat is precies wat we gingen doen in Algonquin Park, het oudste en op twee na grootste provinciale park in de provincie Ontario.

Algonquin Park ligt tussen Toronto en Ottawa in. Vanaf beide steden bedraagt de reistijd zo’n drie uur. Drie uur rijden is iets wat we in Nederland niet zo snel doen, maar voor de Canadezen is dat geen enkel probleem. Het is daarom ook niet verwonderlijk dat het park één van de drukstbezochte in Ontario en zelfs in heel Canada is. In het park kan prachtig gewandeld worden, maar veel Canadezen bezoeken het park om een kanotocht te maken. Vanwege het vele water leent het park zich hier heel goed voor.

Wij begonnen ’s ochtends meteen na het ontbijt aan onze tocht. Het eerste halfuur worstelen we ons door de drukte van de Greater Toronto Area, maar na een aantal afslagen worden de wegen rustiger en de uitzichten steeds mooier. Eigenlijk is de rit naar Algonquin alleen al de moeite waard: de route gaat over eindeloze, glooiende wegen en kilometerslang kom je niemand tegen. Een aantal herten staren ons vanuit de bosrand rustig aan en af en toe passeren we een dorpje met een inwonersaantal lager dan het IQ van Lil Kleine.

Swiss Bear

Na een uur of twee rijden en genieten van de vergezichten, komen we langs een restaurantje. Omdat we geen idee hebben wanneer we überhaupt weer iets van leven tegen gaan komen, besluiten we te stoppen. We blijken te zijn gestuit op het Swiss Bear restaurant. We worden enthousiast begroet en krijgen een menukaart onder onze neus waarop de schnitzels prominent vertegenwoordigd zijn. De chef van dit restaurant blijkt zijn koksopleiding in Zwitserland genoten te hebben en zit op schnitzels bakken.

Het interieur is heerlijk ouderwets en de foto’s, knuffels en beeldjes van beren zijn niet op twee handen te tellen. We krijgen het idee vijftig jaar terug de tijd in te gaan en de afwezigheid van wifi versterkt dat idee. Geen probleem, hier houden we van: we zitten in de middle of nowhere en dit hoort bij de ervaring. Wel checken we nog even of er met creditcard betaald kan worden, maar dat blijkt niet het geval. En da’s wel een dingetje, want veel cash hebben we niet op zak. We leggen onze laatste dollars naast het menu en rekenen uit wat er mogelijk is. Twee kleine porties kunnen er nog net van af en dan blijft er gelukkig nog een beetje fooi over.

Het eten is hartstikke lekker en de lieve serveerster geeft ons zelfs nog een heerlijk eigengemaakt gebakje mee voor onderweg.

Op naar Madawaska

Vol goede moed vervolgen we onze tocht die niet direct eindigt in Algonquin Park zelf. Binnen het park zijn er namelijk nauwelijks overnachtingsmogelijkheden, tenzij je (backcountry) gaat kamperen. Wij verblijven daarom een stukje buiten het park en om de ervaring compleet te maken, kozen we voor een hutje in het bos.

Dat hutje is onderdeel van de Madawaska Lodge. Deze verblijfplaats heeft een aantal kamers in de main building, maar biedt onder het mom van ‘glamping’ ook vier cabins in the woods aan. Luxepoezen als we zijn is dit eigenlijk niets voor ons: er is geen eigen badkamer en de totale oppervlakte van het hutje is net aan 10m². Er staat een bed met aan beide kanten een nachtkastje en naast de deur is een mini ladekastje te vinden. Elke cabin heeft een eigen barbecue en een fire pit. Zowel de barbecue als de fire pit hebben we niet gebruikt omdat de kans groter is dat we het huisje afbranden dan dat we dit soort dingen weten aan te steken, handig als we zijn.

Het Park Algonquin

Het hutje is ook niet verwarmd, dus de nacht is wat fris. En kort, want we hebben de wekker op tijd gezet om lekker vroeg in Algonquin Park aan te komen. Rond zonsopgang rijden we het park binnen. Algonquin herbergt 55 zoogdieren, 32 soorten reptielen (geen giftige) en meer dan 140 vogels. We zijn het er snel over eens dat we vooral hopen een eland te spotten, al zeggen we ook geen nee als we een wolf of een zwarte beer zouden spotten. De kans op het treffen van wildlife is het grootst als je rond de ochtend- of avondschemering het park bezoekt. De Canadese zomers zijn over het algemeen ook behoorlijk warm en gedurende de dag zonderen de dieren zich af om te rusten in de schaduw.

Spoiler: het spotten van een eland lukt niet. Ondanks dat we het park regelmatig op gunstige tijdens bezoeken, komen we dit Canadese symbool niet tegen. Jammer, want we hadden goede hoop. Algonquin Park is met zijn vele meren en moerasachtige gebieden de perfecte leefomgeving voor deze dieren en in het park lopen er naar schatting tussen de 2500 en 4500, maar ze zaten goed verstopt of we hebben niet goed opgelet.

Groots was echter onze verbazing toen we op een gegeven moment vanuit de auto een zwarte beer vlak naast de weg zagen. Omdat het dier middenin een onoverzichtelijke bocht stond en we allebei te verrast waren, zijn we helemaal vergeten te stoppen. Uiteindelijk is dat maar het beste ook, want wildlife bekijk je het best van een veilige afstand. De ervaring was echter onvergetelijk!

Wildlife in Algonquin

We zagen de beer vanaf Highway 60: deze weg doorkruist Algonquin van west naar oost en is één van de weinige doorgaande wegen in het park. Een rit over deze weg is absoluut de moeite waard, want het park is prachtig. Naast de weg vind je vele uitkijkpunten waar je je auto kunt parkeren en kunt genieten van het uitzicht over één van de vele meren.

Aan Highway 60 starten ook verschillende wandelroutes variërend van een paar honderd meter tot vele kilometers. Wij hadden de dertien kilometer lange wandeling ‘Mizzy Lake’ op onze planning staan. Voorafgaand hadden we gelezen dat deze trail geschikt is om wildlife te spotten omdat-ie langs liefst dertien verschillende meren komt. Geadviseerd werd om tijdens de wandeling voortdurend geluid te maken om te voorkomen dat je plots op een zwarte beer stuit.

We werden ook gewaarschuwd voor een ander gevaar. Een veel kleiner gevaar, namelijk muggen. In het zomerseizoen zijn zij met enorme aantallen aanwezig en zeker op deze trail, aangezien die langs veel (stilstaand) water komt. Helaas hebben we aan den lijve ondervonden dat deze waarschuwingen niet voor niets zijn. Ondanks dat we geluisterd hebben naar alle tips (geen deodorant op, veel DEET mee), moesten we de tocht na een kilometer of drie staken. We waren meer bezig om de muggen van ons af te slaan dan te genieten van de wandeling en dat is natuurlijk niet de bedoeling. Vooral Cérise moest het ontgelden, want bij terugkeer in ons hutje stond de teller zonder dollen op ruim tweehonderd muggenbulten.

Onze tip is dan ook om deze hike niet in de zomerperiode (medio mei t/m augustus) te doen. In september volgt over het algemeen de eerste vorst en vriezen de muggen snel dood. We willen in die periode nog eens terugkeren om Mizzy Lake af te ronden, want de eerste kilometers waren veelbelovend.

Een domper dus, maar we hadden gelukkig een back-up plan. We besloten even wat te eten in het Visitor Centre, waar je overigens ook nog een prachtig uitkijkpunt hebt, om vervolgens twee kortere trails te doen. We begonnen met de Lookout Trail, die je na twee kilometer op een stel rotsen brengt waar je kilometers ver de wildernis in kunt kijken. Enorm indrukwekkend!

Na de Lookout Trail volgde de eveneens twee kilometer lange Beaver Pond Trail. Deze wandeling voert langs verschillende ‘ponds’ waar je de door bevers gebouwde dammen kunt zien. Heel bijzonder dat deze kleine dieren zulke enorme dammen kunnen bouwen. De bevers zelf hadden zich er blijkbaar in verschanst, want die kwamen we niet tegen.

Op beide trails was het qua muggen gelukkig goed te doen en al met al hadden we toch dik tien kilometer in de benen toen we terugkeerden in de cabin!

Tips & Tricks

Al met al willen we heel graag nog eens terugkeren naar Algonquin. Om van jouw bezoek ook een succes te maken, volgen hier nog een paar praktische tips.

Onze tips:

  • Je kunt Algonquin Park gewoon binnen rijden, maar op het moment dat je stopt om van de faciliteiten gebruik te maken, moet je een park pass in je auto hebben liggen. Deze kun je vooraf online kopen op de website van Ontario Parks (linken naar https://reservations.ontarioparks.com/)
  • Neem voldoende eten en drinken mee: het wandelen in het park is niet te vergelijken met Nederland. Er zijn behoorlijke hoogteverschillen en zeker in de zomer kan het behoorlijk warm worden.
  • Niet alleen muggen, maar ook bijtgrage vliegen komen in het park voor. Kijk op de website van het park (linken naar https://www.algonquinpark.on.ca/visit/park_management/mosquitoes-and-blackflies-(biting-insects).php) wanneer de insecten vooral voorkomen. Neem voldoende DEET mee, gebruik geen deodorant of shampoo vlak voordat je het park bezoekt en draag donkere kleding.
  • Breng een bezoekje aan het Visitor Centre. Naast een fraai uitkijkpunt en een restaurantje, vind je er een mooie exhibitieruimte en staat er in de hal een lijst met recente waarnemingen van bijvoorbeeld elanden en beren. Zo heb je een beeld van waar deze dieren zich ophouden.
, ,

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Contact Us